Hoe is het om je huis te delen met een vluchteling? Deel twee van een serie interviews over gastvrijheid, alledaags ongemak en on-Hollandse gezelligheid. Joyce vertelt hoe zij wel eens vier slapende mannen in haar woonkamer aantrof. En over haar huisregels: er wordt geen vlees gegeten en mannen moeten zitten op de wc. Waarom ze haar huis openstelt? “Ik kan niet 100 procent genieten van mijn leven als ik zie dat andere mensen zo slecht behandeld worden.”
Joyce (35) uit Amsterdam zet zich al jaren in voor mensen zonder verblijfsvergunning. Nu ondersteunt ze een groep die onder de naam Wij Zijn Hier aandacht vraagt voor hun situatie. Zij wonen in verschillende kraakpanden in Amsterdam. Regelmatig slapen er een of meer mensen uit deze groep op een matras in haar woonkamer.
“In het verleden heb ik me veel ingezet voor vluchtelingen, zonder dat ik veel contact met ze had. Solidariteitsdemo’s bij detentiecentra, flyeracties tegen de bajesboot in Zaandam. Toen waren het slogans, waar ik wel achter stond, maar het ging niet over mensen die ik kende. Nu doen we het veel meer samen, en kan ik ook hun eigen initiatieven steunen. Als je solidair bent met elkaar is het goed om ook samen op te trekken en elkaar echt te leren kennen.
Samen dansen
De laatste tijd kom ik bijna iedere dag in de Vluchtgarage. Met sommige mensen klikt het gewoon. We hebben gedeelde interesses en een gedeelde ideologie. Daar ga ik soms mee uit, dan neem ik ze mee naar plekken die ik ken. Ik merk hoe vrolijk ze daarvan worden, en dat bouncet ook weer terug op mij, dan gaan we lekker dansen. Als je samen uit bent geweest is de Vluchtgarage wel heel ver weg, en ik woon veel dichterbij het centrum. Op een gegeven moment gingen mensen er vanuit dat ze wel bij mij konden slapen, dan werd ik ‘s ochtends wakker en dan lagen er vier mannen in mijn woonkamer. En dan lag er ook wel eens een tussen die ik niet kende. Toen heb ik gezegd dat ik dat graag even wil overleggen van te voren. Nu is het wel een vast groepje mensen. Als iemand soms een slaapplek nodig heeft om even bij te komen, vind ik dat prima. Maar het is echt niet zo dat ik iedereen uit de Vluchtgarage meeneem hier naartoe. Dan zou het hek van de dam zijn en houdt het niet meer op.
Een weekendje niet
Ik laat mensen hier alleen slapen als ik ze wat beter ken. Het zijn allemaal mannen en ik woon hier toch alleen als vrouw. Maar als je ze leert kennen ontstaat er een vertrouwensrelatie en dan weet je, dat zit wel goed. Mensen die ik wat minder goed ken mogen hier wel komen douchen.
Er zijn maanden geweest waarin ik bijna ieder weekend wel een logee had. Toen ik nog bij een vluchtelingenorganisatie werkte, was ik al de hele week met vluchtelingen bezig. Dan twijfelde ik wel eens of ik een keer moest zeggen: nu een weekendje niet. Maar op het moment dat ik dat dacht voelde iemand het vaak zelf ook al aan.
Zitten op de wc
Mijn huis is zoals het is. Als het een rommeltje is, dan is dat maar zo. Soms eten we samen, de ene keer kook ik, de andere keer zij. Inmiddels snappen ze dat er hier geen vlees in huis komt. Dat is niet hun keuze, maar ze respecteren het. Ik ben best direct in dingen. Er was een keer een jongen die hier wat langer verbleef, toen heb ik hem gezegd dat hij hier moet zitten op de wc. En dat deed hij toen ook. Volgens mij heb ik verder geen huisregels. Mensen letten zelf wel heel erg op dat ze je niet tot last zijn. Als ze ‘s nachts binnenkomen doen ze heel zachtjes, dat hoef ik niet tegen ze te zeggen. En als ik eerder wakker ben dan zij, dan is het gewoon van hallo, ik ben wakker, opstaan. Ik ga dan niet zachtjes lopen doen.
Knettergek
Omdat ik er al zolang inzit heb ik wel het idee dat ik weet waar mijn grenzen liggen. Ik heb niet meer het gevoel dat ik alles op moet lossen voor hen. In de Vluchtgarage krijg je zoveel vragen, dan zou je helemaal knettergek worden. Als er een groep ontruimd wordt is het altijd wel een hele drukke periode. Ik ben er dan een paar weken dag en nacht mee bezig. Dat zijn ook wel periodes dat mijn vrienden een beetje mopperen, dat ze vinden dat ik te weinig tijd voor ze heb. En ze zeggen wel eens: hé Joyce, denk je nog een beetje aan jezelf?
Saboteren of faciliteren?
Ik zit er altijd met een dubbel gevoel in. Doordat we mensen thuis opvangen lossen we het probleem op, op een manier waarop het niet opgelost moet worden. Je haalt een beetje de scherpe kantjes eraf, vangt de meest schrijnende gevallen op, en zo maak je het voor de overheid makkelijker om hun beleid uit te voeren. Ik vraag me vaak af, zijn we het beleid nou aan het saboteren of aan het faciliteren?
Ik ben altijd met een activistische grondslag bezig hiermee. De mensen die bij me slapen zijn ook activisten, maar met een andere achtergrond. Sommige zijn ook gevlucht vanwege hun activisme in hun land van herkomst. Ik ben gewend activisme op een bepaalde manier uit te voeren, maar krijg er nu een hele hoop nieuwe smaken bij. Het is over en weer leuk om te praten over mogelijke strategieën.
Gezellig
Voor mij is het belangrijk dat iedereen een goed leven kan hebben. Ik kan zelf ook niet 100 procent genieten van mijn leven als ik zie dat andere mensen zo slecht behandeld worden en zo weinig mogelijkheden hebben om hun eigen situatie te verbeteren. Zolang zij het volhouden om daartegen te vechten, blijf ik ze ondersteunen. Zolang het in mijn leven past zonder dat het mij heel erg belast.
Maar eigenlijk belast het me niet, maar verrijkt het me juist. Het kan ook heel gezellig zijn, net als vrienden die komen logeren. Natuurlijk is het soms zwaar omdat mensen niet lekker in hun vel zitten en je je zorgen maakt om ze. Ik ben altijd blij als ik iets kan doen waardoor iemand zich weer beter voelt, als ik praktisch iets kan betekenen.
Je ziet toch dat mensen heel erg wanhopig worden van de situatie waar ze in zitten. Ik vind het heel knap hoe ze die wanhoop soms opzij kunnen schuiven en toch lol kunnen hebben. Ik vraag me wel eens af of ik daar zelf bestand tegen zou zijn als het mijn leven zou zijn. Ik heb zelf ook wel eens een mindere dag, maar dan relativeert het mijn eigen problemen wel. Al kan je het daar natuurlijk niet altijd mee af doen.