Het aantal echtscheidingen onder Syrische statushouders in Nederland is opvallend hoog. Terwijl vrouwen in rap tempo emanciperen, worstelen mannen met hun integratie. Samen met Somer Al Abdallah deed ik hier onderzoek naar tijdens een fellowship bij het Amerikaanse GroundTruth Project. Een korte versie van het artikel werd gepubliceerd door Trouw (achter betaalmuur). De Engelstalige longread verscheen op de website van GroundTruth. De Nederlandse longread is hier te lezen:
“Syrische huwelijken zijn tikkende tijdbommen”
Het leek wel of ze wraak op hem wilde nemen, vertelt Samer (47). Zijn vrouw was hem met de kinderen vooruit gereisd van Syrië naar Duitsland. Toen hij daar een jaar later ook aankwam, wachtte hem een kille ontvangst. “Ze gedroeg zich ineens heel anders. En ze liet duidelijk merken dat ze geen respect meer voor me had.”
In Syrië en Dubai was Samer altijd de kostwinner geweest, en had alle beslissingen genomen. Nu verdiende zij het geld. “Als ik vroeg waar ze naartoe ging, dan antwoordde ze dat het me niks aanging. Ze benadrukte ook altijd dat het háár huis was, waar we woonden.” Na twee jaar besloot het stel uit elkaar te gaan.
Dit soort verhalen hoort Aiham Abo Hameda bijna wekelijks. Hij begrijpt niet wat er met zijn landgenoten aan de hand is, zucht hij. Voortdurend wordt hij gebeld door Syriërs die advies willen over een echtscheiding. “Mensen maken ruzie over de kinderen, het huis, het geld. Ze willen van mij weten hoe ze dat allemaal moeten regelen als ze uit elkaar gaan.”
Zelf vluchtte hij in 2014 naar Nederland, drie jaar na de start van de burgeroorlog in Syrië. Inmiddels wonen er ruim 100.000 Syriërs in Nederland, toen waren het er nog niet zoveel. “Er was niet genoeg hulp om ons de weg te wijzen”, vertelt Abo Hameda. “We hadden geen idee waar we moesten beginnen met werk zoeken en studeren.” Als oudkomer geeft hij anderen graag de steun die hij zelf moest ontberen, ook als ze hem bellen over hun relatieproblemen. “Ik hoop altijd dat ze het weer goedmaken met elkaar. Er zijn oplossingen te bedenken, vertel ik dan. Maar meestal hebben ze hun beslissing al genomen.”
Een jaar na aankomst in Nederland is 1,6 procent van de Syriërs die gehuwd het land binnenkwamen gescheiden (CBS, 2020). In de jaren daarna loopt dat percentage snel op, tot 26 procent na 8 jaar. Dat komt dicht in de buurt van het Nederlandse gemiddelde: hier eindigt 1 op de 3 huwelijken in een echtscheiding. Als de trend onder Syrische statushouders zich doorzet, streven ze dat percentage binnen een paar jaar voorbij.
“Veel van hun huwelijksproblemen bestonden in Syrië natuurlijk ook al”, zegt Reem Alhafez, een voormalige advocaat uit Syrië. “Het verschil is dat vrouwen daar geen uitweg zagen. En hier wel.” Alhafez kwam zeven jaar geleden naar Nederland en richtte hier Sawa (gelijkheid in het Arabisch) op, een organisatie gericht op de juridische en politieke empowerment van vrouwen. Zoals Sawa zijn er verspreid over het hele land veel initiatieven voor en door Syrische vrouwen opgezet, om hen te helpen bij hun integratie in Nederland.
Syrische vrouwen zijn dolblij met de vrijheid in West-Europa, vertelt arts en hematoloog Nour Saadi, die in 2013 in Nederland aankwam. “In Syrië worden ze altijd gecontroleerd: door hun man, door hun familie, door de regels en wetten van de maatschappij. In Europa kunnen ze voor het eerst hun eigen keuzes maken.”
De emancipatie van Syrische vrouwen in Europa heeft echter ook een ongemakkelijke keerzijde, die vaak over het hoofd wordt gezien. Terwijl zij de vrijheid omarmen, worstelen hun mannen met hun rol als echtgenoot of vader. Veel van wat ze geleerd hebben over mannelijkheid stuit hier op afkeuring of zelfs de grenzen van de wet. Hoe kunnen zij zichzelf als man opnieuw uitvinden, terwijl ze ondertussen kampen met oorlogstrauma’s en het verlies van hun sociale status en inkomen, een nieuwe taal moeten leren en de weg proberen te vinden binnen de Nederlandse samenleving?
Terwijl zijn vrouw opbloeide, zat Samer steeds vaker depressief op de bank. Als ze niet naar Europa waren vertrokken, dan waren ze nog steeds samen geweest, dat weet hij zeker. “Dan had ze me financieel nodig gehad en was ze zich nooit zo gaan gedragen.” Stiekem hoopt hij nog steeds dat het weer goed komt tussen hen. “Ik heb nooit een ander doel in mijn leven gehad dan mijn gezin. Voor wie leef ik nu nog? Voor wie werk ik zo hard? Ik voel me overbodig en heb de zin van mijn leven verloren.”
Voor mannen is het lastiger om hier te integreren, ziet Alhafez. “Vrouwelijke vluchtelingen zijn flexibeler, ze passen zich makkelijker aan. Logisch, want ze hebben veel te winnen. Mannen daarentegen, verliezen hier alleen maar.” Toch is het hulpaanbod voor Syrische mannen veel kleiner dan voor vrouwen. Vluchtelingenorganisaties zouden meer aandacht voor hen moeten hebben, vindt zij. Zolang die hun worsteling niet zien, zijn het oudkomers als Aiham Abo Hameda die hun landgenoten te hulp schieten.
“De overgang van de ene naar de andere cultuur is een hele verwarrende periode”, vertelt Kees van den Bos, hoogleraar sociale psychologie en empirische rechtswetenschap aan de Universiteit Utrecht. “Mensen moeten zich op veel manieren aanpassen en dat kan een langdurig proces zijn. Als we de moeilijkheden en frustraties van deze mannen niet serieus nemen, kan dat tot veel opgekropte woede leiden,” waarschuwt hij, “en zelfs tot afkeer van de Nederlandse maatschappij en radicalisering.”
Tikkende tijdbommen
In Syrië is het taboe op echtscheiding groot. Toch neemt het aantal echtscheidingen ook daar toe door de oorlog, vertelt Insaf Hamad, voorzitter van de Syrian Commission for Family Affairs, in een interview met Al Monitor uit 2013. Met name vrouwen betalen er een hoge prijs, omdat ze het risico lopen op sociale uitsluiting en het verlies van de voogdij over hun kinderen. In Nederland vallen deze obstakels weg.
“In onze cultuur is scheiden de áller-, állerlaatste optie”, vertelt Ghassan Al Hariri uit Syrië, die de Libische woestijn te voet doorkruiste en zes jaar geleden in Nederland aankwam. Hij maakt zich zorgen over de vele echtscheidingen onder Syrische statushouders in Nederland. In zijn werk als ‘bruggenbouwer’ bij welzijnsorganisatie Saam hoorde hij heel wat verhalen van mensen die met hun huwelijk worstelen.
Hij kan niet anders dan vrouwen daar de schuld van geven. “Zij veranderen als ze hier komen.” Hij begrijpt alleen niet waarom. “In Syrië leven onze vrouwen als koninginnen: wij doen alles om hun gelukkig te maken. We nemen de moeilijke beslissingen, zorgen dat het hun aan niets ontbreekt. Hier zeggen mensen dat Syrië een mannenmaatschappij is, maar dat is helemaal niet waar. Bij ons staat de vrouw altijd boven de man.”
De vrouw als koningin, het is een hardnekkig beeld, erkent Rajin Alqalih, voorzitter van de Stichting Syrische Vrouwen in Nederland. “Er zijn vast Syrische vrouwen die het idee van een comfortabel leven, waarin de man voor het geld zorgt, heel aantrekkelijk vinden.” Maar de praktijk is niet zo rooskleurig, ziet ze. “Veel Syrische huwelijken zijn tikkende tijdbommen. Eenmaal in Nederland kunnen die tot ontploffing komen.”
Volgens een enquête onder 480 Syriërs in Nederland ligt bij 81 procent van de echtscheidingen het initiatief bij de vrouw, 15 procent beslist samen. Slechts in 4 procent van de gevallen is het de man die om een echtscheiding vraagt. “Waarom zouden ze ook?”, vraagt Clara, een assistent-ingenieur uit een grote Syrische stad, die zich vier jaar geleden bij haar nu ex-man in Nederland voegde, zich af. ”Zij hebben de macht, mogen alles doen wat ze willen. Ze hebben iemand thuis die alles voor hen doet, en zij kunnen ondertussen hun eigen gang gaan.”
“Je moet gewoon een beetje geduld met hem hebben”, kreeg Clara in Syrië te horen als ze klaagde over haar man.
“Hij behandelde mij als een klein kind. Ik mocht niks zeggen, hij was de baas. Ondertussen deed hij niets, ik moest moeder en vader tegelijk zijn. Hij lag als een koning de hele dag op de bank te slapen. Ik werkte fulltime en moest als ik thuis kwam ook nog koken, schoonmaken, wassen, boodschappen doen. En voor de kinderen zorgen.”
In de badkamer trof ze regelmatig spullen van andere vrouwen aan, die hij ontving als Clara niet thuis was. “Zelfs mijn buren wisten daarvan, ze waarschuwden me dat hij zich niet als een goede echtgenoot gedroeg.”
Veel Syrische mannen zijn zo, denkt Clara. “Wij zijn als slaven voor hen.”
Toch dacht ze nooit aan echtscheiding. “Ik ben een christen, en in Syrië is scheiden verboden door de kerk.” Haar kinderen zagen wel dat het geen goed huwelijk was. “Waarom blijf je bij hem, mama, vroeg mijn zoon aan mij. Maar als ik van hem zou scheiden zouden zij op school uitgescholden worden. Dat wilde ik niet.”
En dus had Clara geduld met haar man. 32 jaar lang. Maar eenmaal in Nederland raakte haar geduld snel op. “Hier voel ik mij een beetje sterker, want mannen en vrouwen zijn gelijk voor de wet.”
Verlies van sociale status
Voor Syrische mannen is het soms lastig te begrijpen waarom hun huwelijk stukloopt, vertelt familierechtadvocaat Jamal el Hannouche. Zijn ouders komen uit Marokko, en hij heeft veel cliënten met een Arabische achtergrond. Mannen willen vaak niet scheiden, ziet hij. “Ik ben nog hetzelfde als ik in Syrië was, zeggen ze, dus waarom wil mijn vrouw nu ineens van mij scheiden?”
Die houding is precies het probleem, denkt apothekersassistent Abdullah Yehia Omar. Hij komt uit Syrië, maar woont al twintig jaar in Nederland. “Er gelden hier andere regels, normen en waarden. De vrouw wil daar naar leven, zij wil meebeslissen over belangrijke zaken zoals geld, de woning en sociale contacten. Maar haar man wil hetzelfde blijven als in Syrië, hij accepteert niet dat de situatie hier anders is.”
Vaak gaan de ruzies maar over kleine dingen, ziet Kawa Rashid. Ook hij komt uit Syrië en woont al meer dan twintig jaar in Nederland. Hij is als changemaker en gespreksleider actief bij het platform Vluchtelingen Organisaties Nederland (VON). “Ik heb een keer meegemaakt dat een man het niet goed vond dat zijn vrouw een hand gaf aan een medewerker van de gemeente. Ik heb het met hem besproken, geprobeerd uit te leggen dat dat in Nederland heel normaal is. Maar hij was onvermurwbaar. Een paar dagen later belde zijn vrouw me op. Ze was het zo zat, dat ze geen andere uitweg meer zag dan scheiden.”
Als ‘oudkomers’ proberen Omar en Rashid, net als Aiham Abo Hameda, een brugfunctie te vervullen tussen de Nederlandse maatschappij en Syrische nieuwkomers. Omar en Abo Hameda zijn getraind door expertisecentrum Pharos, om als sleutelpersonen voorlichting over de Syrische cultuur te geven aan onder meer docenten, huisartsen en verpleegkundigen. Daarnaast voeren ze individuele gesprekken met nieuwkomers over de problemen waar zij hier tegenaan lopen. Ook over relatieproblemen, seksualiteit en echtscheiding.
“Omdat ik zelf ook Syriër ben, nemen ze van mij veel meer aan dan van een Nederlander”, vertelt Omar aan de telefoon, terwijl hij tijdens zijn wekelijkse papadag voor zijn drie kinderen zorgt. “Syrische mannen kunnen heus wel veranderen, zich aanpassen. Er is veel te redden als je er op tijd bij bent, voordat de situatie escaleert.” Zo sprak hij eens met een man die er veel moeite mee had dat zijn vrouw wilde werken. “Ik ben drie keer bij hem geweest. Ik heb hem uitgelegd dat vrouwen in Nederland meer rechten hebben, dat het hier normaal is dat ze gaan werken. Uiteindelijk begreep hij het. Ze besloten niet van elkaar te scheiden en het toch nog te proberen samen.”
De financiële onafhankelijkheid die vrouwen hier hebben, maakt dat ze niet noodgedwongen in een slecht huwelijk hoeven blijven. Syrische mannen beseffen dat maar al te goed, ziet Yukio Oosterling, manager maatschappelijke begeleiding bij Stichting Nieuw Thuis Rotterdam. Deze stichting begeleidt 200 Syrische gezinnen intensief bij het opbouwen van een nieuw leven in Nederland. “Veel mannen hadden in Syrië een goede baan, een inkomen, een bepaalde status. Hier zijn ze dat allemaal in een klap kwijtgeraakt. Wat heb ik mijn vrouw nu nog te bieden, vragen zij zich af. Dat hun vrouw hier soms zelfs eerder werk heeft dan zij, kan een bron van onzekerheid zijn.”
“Hun mannelijkheid en sociale status is vaak verbonden met werk”, legt onderzoeker Rik Huizinga van Universiteit Groningen uit. “Ze zijn gewend om de kostwinner voor hun familie te zijn. Hier dalen ze af op de sociale ladder: als vluchtelingen worden ze gezien als werkloos, ongeschoold en de Nederlandse taal nog niet machtig.”
Ook krijgen ze te maken met vooroordelen over moslims en mannen uit het Midden-Oosten. “Zeker hoogopgeleide Syriërs uit de grotere steden hebben zichzelf altijd als liberaal en progressief beschouwd. Hier vinden mensen ze conservatief. Dat frustreert ze”, ziet Huizinga.
Toen Ali met zijn vrouw naar Nederland vluchtte, ging hij er vanuit dat hij aan de slag kon bij de in Den Haag gevestigde internationale organisatie waar hij ook in Syrië voor gewerkt had. Maar dat ging niet door. “Ik dacht dat ik makkelijk een andere baan zou kunnen vinden, met mijn Amerikaanse universiteitsdiploma en jarenlange werkervaring bij internationale bedrijven. Maar dat viel vies tegen. Ik was een veertiger die geen Nederlands sprak. Ik maakte geen enkele kans tegen in Nederland geboren twintigers.”
Het stel kreeg een huis toegewezen in een klein dorp, ver weg van andere carrièremogelijkheden. Beide werkloos en afhankelijk van een uitkering verloren ze alle hoop op een beter leven, vertelt Ali. “Ik reageerde mijn frustraties af op haar. Soms schreeuwden we de meest vreselijke dingen naar elkaar. Op het laatst maakten we overal ruzie over.”
Na twee jaar in Nederland besloten ze dat ze beter uit elkaar konden gaan. “Ik heb er geen spijt van”, vertelt Ali, “ik voel me nu beter. En zij ook. Maar het is de oorlog die onze relatie kapot heeft gemaakt. Als we in Syrië hadden kunnen blijven zou onze relatie nog net zo mooi zijn als in het begin.”
Huiselijk geweld
Volgens onderzoek uit 2010 van de Syrian Commission For Family Affairs zegt 45% van de vrouwen in Syrië slachtoffer te zijn geweest van huiselijk geweld. Hoewel opzettelijk slaan of verwonden van een ander bij wet verboden is, zijn er geen expliciete wetten die vrouwen tegen hun echtgenoten beschermen. Vrouwen zoeken zelden steun bij politie of rechter, omdat deze instituties voornamelijk door mannen worden gerund. Vrouwen weten dat zij hun met cynisme, spot en beledigingen zullen bejegenen, schrijft Iman Ahmad Wanoes op de website van het Syrian Women’s Network.
Ondanks alle ruzies, beledigingen en het geweld dat ze moest verdragen heeft Nour (32) in Syrië nooit een scheiding overwogen. Haar ouders zouden haar wel steunen, maar ze wist dat de rest van haar familie, net als buren en kennissen, het nooit zouden accepteren en ze was bang voor hun negatieve reacties. Haar eerste huwelijk was gearrangeerd door haar familie toen ze 23 jaar oud was. “Tijdens onze verloving wist ik al dat het niet zou gaan werken, maar ik ging er toch mee door. Niemand heeft me gedwongen. Daarom dacht ik dat het mijn eigen schuld was.”
Toen de situatie in Syrië door de oorlog te gevaarlijk werd, reisde ze haar man vooruit naar Duitsland. “We hebben een jaar apart geleefd, en in dat jaar is onze relatie verslechterd”, vertelt ze. “Ik moest hier in mijn eentje zien te overleven en dat nam ik hem kwalijk.”
Toen hij zich uiteindelijk bij haar voegde in Duitsland, accepteerde ze het geweld dat ze in Syrië normaal had gevonden niet langer. “Ik tolereerde hem nog zes maanden. Maar toen hij me hier wilde slaan, heb ik direct de deur geopend en hem eruit gezet.”
Van de gescheiden Syrische vrouwen in Nederland noemt 51 procent als reden dat haar ex-partner geweld tegen haar of de kinderen gebruikte. Clara’s man heeft haar nooit geslagen, zegt ze, want dat durfde hij niet. “Maar hij heeft me wel een keer zo hard geduwd dat ik mijn nek een maand niet kon bewegen. En als hij met me had geslapen bloedde ik daarna vaak.” Hij was ook verbaal agressief. “‘Ik ga het lichaam van je moeder kapot maken’, zei hij tegen mijn dochter. En aan de telefoon zei hij tegen mij dat ik in Syrië zou moeten blijven en daar sterven.”
Ze is bang voor wat hij haar aan zou doen als hij erachter zou komen dat ze haar verhaal aan journalisten heeft verteld. Om haar niet in gevaar te brengen is het niet mogelijk om hem om een reactie op deze beschuldigingen te vragen.
Gevoel van onrechtvaardigheid
Omdat huiselijk geweld in Syrië meer geaccepteerd wordt als onderdeel van de cultuur, begrijpen mannen niet altijd waarom ze er in Nederland voor gestraft kunnen worden. “Wat wij hier huiselijk geweld noemen, is niet hetzelfde als in Syrië”, vertelt El Hannouche. “Ik heb haar alleen maar even vastgehouden en nu heeft ze wat blauwe plekken”, zeggen ze dan. “Ja, en dat is dus huiselijk geweld, leg ik dan uit, en dat mag hier niet. Als je haar vriendelijk had vastgehouden had ze geen blauwe plekken gekregen. Maar sommige mannen zullen altijd ontkennen dat ze geweld hebben gebruikt.”
Volgens de enquête denkt een meerderheid van de Syrische mannen (56 procent, versus 22 procent van de vrouwen) dat vrouwen in Nederland over het algemeen meer rechten hebben dan mannen.
“Mannen vinden het moeilijk om te begrijpen waarom de kinderen in Nederland vaak aan vrouwen worden toegewezen”, vertelt El Hannouche, de familierechtadvocaat. “In Syrië ging het ouderlijk gezag automatisch naar hen. En dan mag de vrouw hier vaak ook nog in de gezamenlijke woning blijven omdat zij de primaire verzorger van de kinderen is.”
Er zijn ook veel Nederlandse mannen die zich onrechtvaardig behandeld voelen na een scheiding, vertelt Kees van den Bos, hoogleraar sociale psychologie en empirische rechtswetenschap aan de Universiteit Utrecht. “Maar Syrische mannen zitten ook nog eens in een culturele transitie.” In zijn boek Waarom mensen radicaliseren beschrijft hij hoe het gevoel van onrechtvaardigheid onder sommige omstandigheden kan leiden tot radicalisering. “Het kan leiden tot een enorme opgekropte woede, die zich op de ex-partner kan richten, maar ook op de maatschappij. Soms brengt dat iemand ertoe die onrechtvaardigheid actief te willen herstellen. Je ziet dat bij vaders die hun kinderen ontvoeren bijvoorbeeld, of mannen die hun ex-partner bedreigen of geweld aandoen.”
In populaire Facebookgroepen waar veel Syriërs het leven in Nederland bespreken, valt regelmatig de naam Abu Marwan. Deze Syrische statushouder stak in 2018 zijn ex-vrouw neer, in in het bijzijn van hun twaalfjarige zoon. Direct daarna ging hij samen met hem live op Facebook, bebloed en wel, om andere vrouwen te waarschuwen niet langer hun mannen boos te maken. “Anders zul je ook zo eindigen”, was zijn lugubere boodschap. De vrouw had na hun scheiding de voogdij over de drie kinderen toegewezen gekregen, en hem de deur gewezen toen hij langskwam om de familie weer te herenigen, stelde hij.
Als Syrische vrouwen op Facebook voorzichtig informeren naar de mogelijkheden van een scheiding, verschijnt zijn naam vaak in de comments. “Hier zou Abu Marwan langs moeten komen”, schrijven met name mannen dan als antwoord, of: “Waar ben je, Abu Marwan?”
Niet voor niets is Clara op straat altijd bang om haar ex-man tegen te komen. Ze wonen in dezelfde kleine stad in Nederland, en soms ziet ze hem in de verte lopen. Ze maakt zich dan gauw uit de voeten. “Hij is echt gevaarlijk. Ik heb hem aan de telefoon horen zeggen dat hij mij wil vermoorden, ook als hij daarvoor naar de gevangenis moet.”
Het gevoel van onrechtvaardigheid kan er ook toe leiden dat mannen zich afkeren van de maatschappij en in hun eigen subcultuur blijven hangen, legt Van den Bos uit. “Ze vertellen anderen wat hun is overkomen, en horen van hen verhalen die het gevoel van onrechtvaardigheid versterken. Zoals in die Facebookgroepen. Daar kunnen mensen zich in gaan wentelen, dan komen ze er niet meer uit en raken geïsoleerd. Dat is gevaarlijk en bemoeilijkt hun integratie.”
Van den Bos waarschuwt dat het uiteindelijk niet uitmaakt of de situatie echt onrechtvaardig is of alleen zo wordt ervaren, legt hij uit. “Het gaat om een subjectief gevoel, maar dat kan wel degelijk echte gevolgen hebben.”
Tegelijkertijd spelen vooroordelen over Arabische en islamitische mannen soms wel een rol in de rechtbank en bij de politie, erkent advocaat El Hannouche. “Ook bij mijzelf overigens”, geeft hij toe. “In sommige gevallen ben ik blij dat ik de vrouw vertegenwoordig en niet de man, omdat er vaak meer begrip is voor de vrouw. Dan zit zo’n man opgewonden en hard te praten, met veel drukke handgebaren. Ondertussen kijkt de vrouw verlegen naar de grond. Dat is een cultureel verschil, zo praten Arabische mannen nou eenmaal. Maar daardoor is het wel begrijpelijk dat een rechter de man als agressor kan zien en de vrouw als slachtoffer.” Uiteindelijk moet een rechter die vooroordelen natuurlijk wel opzij kunnen zetten, benadrukt El Hannouche, zoals hij zelf ook doet. “Daarom wijs ik ze er wel eens op, zodat ze zich er bewust van zijn.”
Het komt ook voor dat vrouwen hun man ten onrechte beschuldigen van huiselijk geweld. “Ze weten dat ze dan eerder de kinderen of het huis toegewezen zullen krijgen”, legt El Hannouche uit. “Als advocaat of als rechter is het soms moeilijk om te weten wie van de twee de waarheid spreekt.” Veel huiselijk geweld-zaken worden dan ook geseponeerd wegens gebrek aan bewijs. “Maar voor mannen voelt dat dan toch alsof ze als schuldig gezien worden. En ook zonder veroordeling kan een aangifte wegens huiselijk geweld wel in hun nadeel werken als het over de kinderen gaat.”
Verandering van binnenuit
Uiteindelijk zijn gelijke rechten in ieders belang, benadrukt onderzoeker Araa Al Jaramani van de Universiteit Leiden en oprichter van de Stichting Syrische Vrouwen in Nederland. “Niet alleen voor vrouwen, maar ook voor mannen, voor kinderen, voor de hele maatschappij. Zolang mannen meer rechten hebben dan vrouwen zal je nooit een stabiel thuis hebben. Gendergelijkheid is geen bedreiging voor mannen, maar ligt aan de basis van een sterk land.” Dáár zou het in de inburgeringscursus over moet gaan, bepleit Al Jaramani.
“Maar probeer gendergelijkheid niet van bovenaf op te leggen”, waarschuwt Ahmet Azdural. Hij is coördinator van het Consortium Zelfbeschikking, die samen met kennisinstituut Movisie de Alliantie Verandering van Binnenuit vormt. Het consortium bestaat uit zeven vluchtelingen- en migrantenorganisaties, waaronder het Inspraakorgaan Turken (IOT), de Federatie van Somalische associaties in Nederland (FSAN) en het Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders (SMN). “Zeker niet bij mensen die zich sowieso buitengesloten of gediscrimineerd voelen. Dit soort veranderingen komen alleen tot stand vanuit de eigen groep.”
Oudkomer Kawa Rashid is een van de gespreksleiders bij de debatten die de alliantie organiseert. Hij organiseerde voordat corona roet in het eten gooide al meer dan twintig bijeenkomsten voor Syrische statushouders. Maar onverdeeld enthousiast is hij niet. “Ik kan hier wel een mooi verhaal over ophangen, maar dan zou ik het probleem niet serieus nemen”, stelt hij. “Syrische mannen luisteren goed naar wat ik vertel, en ze zullen altijd zeggen dat ze gelijke rechten voor vrouwen belangrijk vinden. Maar in de praktijk zullen ze het nooit accepteren.”
Na verloop van tijd wel, denkt Yukio Oosterling van Nieuw Thuis Rotterdam. “Maar je moet niet verwachten dat je iemand een handleiding kan geven en dat die zich dan precies zo zal gaan gedragen. Dat heeft tijd nodig. Je moet daar de eerste jaren continu over in gesprek blijven.”
Eeuwenlang
Syriërs hebben wel wat meer aan hun hoofd als ze net in Nederland aankomen, waarschuwt Ghassan Al Hariri. “Ik kan niet uitleggen wat ik in Syrië heb meegemaakt. Hoe denk je dat het voelt als je kinderen bang zijn? Als je ze probeert te beschermen terwijl er om je heen bommen vallen en lijken op straat liggen?” Hier begint iedereen meteen over integratie te praten, valt hem op. “Maar we hebben eerst dokters nodig om onze trauma’s te genezen.”
Het is niet dat hij het niet geprobeerd heeft, om snel in te burgeren. Hij woonde drie jaar in Nederland toen hij solliciteerde als ‘bruggenbouwer’ bij welzijnsorganisatie Saam. Om nieuwkomers en Nederlanders met elkaar in contact te brengen, organiseerde hij gezamenlijke etentjes, excursies en informatieavonden.
Maar terwijl hij anderen hielp met hun integratie, worstelde hij ook zelf met het opbouwen van een nieuw leven in Nederland. En nadat hij zoveel Syrische huwelijken hier ten onder zag gaan, moest hij ook de crisis in zijn eigen huwelijk onder ogen zien.
Hij was nooit verliefd op zijn vrouw geweest, maar zijn familie had hem geen keuze gelaten en gedwongen met zijn nicht te trouwen. “Geen goed begin van ons huwelijk”, blikt hij terug. Toch vond het stel een manier samen te blijven. Al Hariri werkte in Dubai als hotelmanager en kwam eens in de drie maanden thuis. “We waren daar allebei tevreden mee, veel mensen deden dat zo”, vertelt hij.
In Nederland woonden ze voor de eerste keer samen. “En daarmee werd de afstand tussen ons groter en groter.” Door alles wat ze hadden meegemaakt tijdens de oorlog, en de moeilijkheden die ze in Nederland ondervonden bij hun integratie, kwam hun relatie steeds meer onder druk te staan. Totdat het echt niet meer ging.
Toen de gemeente de subsidie voor het project van Saam na drie jaar stopzette, kwam ook Al Hariri’s baan ten einde. Toch probeert hij positief te blijven en vooruit te kijken. Zijn ex-vrouw en hij hebben goede afspraken kunnen maken over de verdeling van de zorg voor de kinderen, een dochter van 5 en twee zoons van 11 en 13 jaar. Hij durft zelfs weer te dromen van een nieuwe relatie. “Maar nooit meer met een vrouw die ik niet zelf heb uitgekozen”, lacht hij. “De volgende keer trouw ik met een vrouw waar ik van hou.”
Met een nieuwe vrouw zou hij ook zijn best doen om de taken eerlijk te verdelen. “Want natuurlijk zijn mannen en vrouwen gelijk aan elkaar. Maar vergeet niet dat het jullie maatschappij ook honderden jaren gekost om deze gelijkheid te realiseren. Verwacht niet van ons dat we binnen een jaar net zo ver zijn.”
Over dit artikel:
De auteurs hebben een enquête gehouden onder Syriërs die in Nederland wonen. De enquête is in november 2020 gepost in Facebook-groepen van Arabisch sprekende immigranten in Nederland. 480 Syriërs vulden de vragenlijst in (184 mannen, 296 vrouwen). Alle grafieken bij dit artikel zijn gebaseerd op deze enquête.
De gescheiden mannen en vrouwen die aan dit artikel hebben meegewerkt, willen niet dat hun ex-partner hiervan op de hoogte is. Ze zijn bang voor repercussies, zoals geweld of dreigementen dat ze de kinderen niet mogen zien. We gebruiken daarom alleen hun voornamen en in sommige gevallen fictieve namen. Ook konden we de details van wat ze ons vertelden niet verifiëren met hun ex-partner.
Dit artikel is onderdeel van ‘Here to Stay‘, een internationaal, multimediaal project over oplossingen voor de wereldwijde migratiecrisis, geproduceerd door The GroundTruth Project met steun van de MacArthur Foundation, Luce Foundation en Solutions Journalism Network. De verhalen in deze serie gaan over de uitdagingen die migranten tegenkomen bij het opbouwen van een leven in een ander land tijdens een pandemie. Centraal staan de oplossingen waarmee zij zelf hun kwaliteit van leven verbeteren, opkomen voor hun rechten en invloed verkrijgen in hun nieuwe gemeenschappen.